Notulen van de Commissie van Provinciaal Geneeskundig Onderzoek en Toeverzicht
te Haarlem, inventaris 87.


Uit nummer 143.

Gerardus Cornelis Weisenborn (1838-1904) diende in maart 1860 zijn verzoek in om
toegelaten te worden tot het examen voor plattelandsheelmeester. Dit verzoek is
bij de notulen gevoegd geweest als No. 8083.

Algemene vergadering Woensdag 11 april 1860 's namiddags ten 5 ure

"Compareert Gerardus Cornelis Weisenborn van Oud Karspel oud 21 jaren om examen
te doen van plattelands Heelmeester. In anatomie en physiologie geeft hij genoeg
zame blijken van bekwaamheid. In pathologie en therapie voldoet hij slechts matig.
Men besluit nog eene proeve te nemen omtrent zijne kennis in chirurgie."

"Compareert wederom de kandidaat Weisenborn, om thans in chirurgie te worden
geexamineerd. Ook hierin geeft hij te weinig blijken van kunde en men besluit
alzoo om ook aan hem (evenwel met goedkeuring van zijn afgelegde examen in de
anatomie en physiologie) een uitstel te verleenen tot November aanstaande
(7 maanden) om alsdan opnieuw het examen met pathologie en therapie te beginnen."

Algemene vergadering Woensdag 14 November 1860 namiddags ten 5 ure

"Voorts zijn ingekomen de navolgende rekwesten van: Gerardus Cornelis Weisenborn,
te Oudkarspel, van 26 Octob. No. 8278 (en) W. la Lau € te Haarlem van 30 Octob.
No. 8279, beide om examen te doen als plattelandsvroedmeester.

Daarenboven zijn schriftelijke verzoeken ingekomen van: J. Hulshoff,
F.J.P. Kuijpers, G.C. Weisenborn, K. Cloetingh, W. la Lau, H. Elders,
A.J. Haarmans en Jannetje Wals om het vroeger aangevangen, maar toen mislukte,
examen te mogen voortzetten, vermits de hun verleende tijd van uitstel verstreken is.
Al deze verzoeken zijn toegestaan."

Vergadering Donderdag 15 november 1860 's morgens 9 ure met open deuren

"Compareert de kandidaat plattelands heelmeester Gerardus Cornelis Weisenborn
van Oudkarspel die vroeger alleen voldoende examen had afgelegd in anatomie
en phijsiologie. Voor de overige vakken thans terug komende, voldoet hij,
in pathologie en therapie ondervraagd wordende, vrij goed."

Dan volgt de ondervraging Cloetingh.

"Compareert nogmaals de kandidaat Weisenborn, die met betrekking tot zijne
chirurgicale kennis reden geeft tot tevredenheid".

Weer ondervraging van Cloetingh.

"Daarop wordt de kandidaat Weisenborn ondervraagt in het latijn en in de Pharmacie.
Hij slaagt naar genoegen."

Weer ondervraging van Cloetingh.

"Zoodat besloten wordt op morgen ook de kandidaten Weisenborn en Cloetingh tot
het praktisch examen toe te laten".

Vergadering Donderdagnamiddag 6 ure met open deuren

"Compareren de kandidaten La Lau, Weisenborn en Cloetingh om blijken te geven
van hunne bedrevenheid in het aderlaten en in het aanleggen van verbanden.
Zij geven alle drie reden tot tevredenheid, zoodat de vergadering thans geene
zwarigheid maakt hun den door hun verlangd wordende rang toe te kennen, en
nadat elk den bij de wet gevorderden eed in handen van den Voorzitter heeft
afgelegd worden W. la Lau, G.C. Weisenborn en K. Cloetingh bevorderd tot
heelmeester voor het platteland."

Vergadering Donderdag 13 december 1860 's morgens ten 9 ure met open deuren

"Compareert Gerardus Cornelis Weisenborn van Oudkarspel, oud 22 Jaar, rang
hebbende van plattelandsheelmeester om examen te doen van plattelandsvroedmeester.
Hij voldoet naar genoegen en wordt na den bij de wet gevorderden eed in handen
van de Heer Voorzitter te hebben afgelegd, bevorderd tot vroedmeester voor het platteland."