Notulen van de Commissie van Provinciaal Geneeskundig Onderzoek en Toeverzicht te Haarlem, inventaris 87.
Uit nummer 134.
Anton Weisenborn (1806-1869) diende in november 1831 zijn verzoek in om toegelaten te worden tot het examen voor plattelandsheelmeester. Dit verzoek is bij de notulen gevoegd geweest als No. 2434.
Vergadering donderdag den 10 november 1831 's morgens ten 9 ure
"Compareert Anton Weisenborn geboortig van Alkmaar met het oogmerk om Examen te doen als heelmeester voor het platteland; daar hij te kennen geeft hoegenaamd geen kennis te bezitten van de latijnsche taal, heeft het Examen geen voortgang."
Uit nummer 135.
Vergadering Woensdag den 13 junij 1832 's avonds ten 5 ure
"Bij marginale apostille van de Heer Gouverneur van den 1 junij Js. No 169/8018 ten fine van consideratien en advies een rekwest van Anton Weisenborn te Alkmaar, van den 22st Mei te voren aan Z.M. den Koning, houdende het verzoek om dispensatie van het bepaalde bij art: 18 van het Reglement op de Geneeskundige Scholen, opzigtelijk de daarbij vereiste kennis van de Latijnsche taal, bij het Examen van den Heelmeester voor het platteland, waartoe hij zich wenschte aan te geven. No.2514. Aangezien de moeijlijkheid en het bezwaar voor de rekwestrant om op den leeftijd van 26 Jaren, die hij schijnt bereikt te hebben, zich nog met vrucht op het aanleeren der latijnsche taal te kunnen toeleggen, zal de Commissie wel mogen zien, dat hem de verlangde dispensatie worde verleend, en daartoe favorabel adviseren, mits dat hij dan ook bevonden worde, alle de overige vereischten, welke tot het Examen van plattelands Heelmeester gevorderd worden, volkomen te bezitten."
Dan volgt een bericht over de dreigende verbreiding, tot in Nederland, van cholera morbus.
"Een missive van den Burgemeester van de Gemeentens de Egmonden en Wimmenum van den te Alkmaar, de waarneming der Genees- en Heelkundige dienst in zijne Gemeenten toe te staan, en dat wel ook met betrekking tot de behandeling van de te vrezene Cholera Morbus. No. 2516. Met verwondering over dergelijke aanvrage is dit verzoek, waarin toch in geenerlei geval kon getreden worden, afgeslagen."
Vergadering Woensdag den 8 Augustus 1832 's Avonds ten 5 ure
"Een missive van den Heer Staatsraad Gouverneur van den 19 junij ll. No 169/10663 ten geleide van een afschrift der dispositie van Z.E. den Minister van Binnenlandsche Zaken op het rekwest van A. Weisenborn, waarbij Z.E. geen redenen zijn voor gekomen, om de rekwestrant van de bepaling op zigtelijk enige gevorderde kennis in de Latijnsche taal, vrij te stellen. No. 2544 voor notificatie."
"Een adres van A. Weisenborn te Alkmaar van den 31 Julij Jl. waarin deze zich beklaagt over de door Z.E. den Minister van Binnenlandsche Zaken in dato 16 Julij te voren, op zijn rekwest genomene dispositie: als zich grondende op het bestaan eener gelegenheid voor de leerlingen van de Geneeskundige School te Alkmaar, om in de Latijnsche taal kosteloos onderwezen te worden, welke niet existeerd, en krachtens welke intusschen het verzoek van den rekwestrant, om vrijstelling van het bepaalde bij art: 18 van het Koninklijke reglement van 6 januarij 1823 No. 176 nopens de kennis der Latijnsche taal, tot het onderzoek als plattelands Heelmeester te worden toegelaten, is afgeslagen. No. 2549."
"De adressant aangeraden om zich met dit beklag onder openlegging van den abusiven grond, waarop de ministeriele dispositie is gebaseerd, nader te wenden tot Z.M. den Koning."
Algemene Vergadering Woensdag den 12 Maart 1834 's avonds ten 5 ure
"Een rekwest van A. Weisenborn te Alkmaar van den 26 februarij Jl. houdende het verzoek om ten gevolge van een vroeger ingediend rekwest en de daarbij overlegde bewijzen, als nu te mogen worden toegelaten tot het Examen van Heelmeester voor het platteland. No. 2757. Toegestaan en het Examen bepaald op hedenavond."
Dan wordt een agenda afgewerkt van vele ingekomen stukken. En aan het einde van de vergadering ...
"Compareert Anton Weisenborn, oud 27 jaren en geboren te Alkmaar, om Examen af te leggen als Heelmeester voor het platteland. Wegens tijdgebrek wordt hij alleen onderzogt in het Latijn; en daar hij hierin genoegzaam voldoet, zal het examen morgen ochtend ten 9 ure worden vervolgd."
Vergadering Donderdag 13 maart 1834 's morgens ten 9 ure
"Present de Heeren de Wilde, van der Voort, van Dam, van Ree, van der Wissel, Kruseman en Beets. Compareert de candidaat Weisenborn die nu ondervraagt wordt in de anatomie, physiologie en chirurgie, en in zijne antwoorden redelijk wel voldoet.
Compareert andermaal de candidaat Weisenborn wien nu eenige therapeutische en pathologische vragen worden voorgesteld, die over het algemeen maar tamelijk door hem worden beantwoord. Het examen zal morgen worden getermineerd."
Vergadering Vrijdag 14 maart 1834 's morgens ten 12 ure
"Present de Heeren van der Voort, van der Wissel en Beets. Compareert de Candidaat Weisenborn die nu ondervraagt wordt over de simplicia, en de eerste beginselen der pharmacie, en in dit gedeelte van het Examen nog wel het minste voldoet. Daar op legt hij een en ander verband aan en verrigt hij eene aderlating, en slaagt in deze opzigten nog al wel. De commissie oordeelt dus teveel goeds in het Examen te hebben opgemerkt om de candidaat te kunnen afwijzen, en besluit alzoo, met ernstige vermaning van zich al meer en meer op het vak toe te leggen en verder bekwaam te maken, ook hem te bevorderen tot Heelmeester voor het platteland, na dat almede bevorens de Eed, bij de wet vastgesteld, door hem was afgelegd."