Het verband tussen vaccins en autisme
Op de facebook groep van Vaccinvrij geplaatst op 19 mei 2018. Kan een vaccin autisme versterken, op gang brengen of veroorzaken? Deze vraag is van dezelfde categorie als "kan een vergif dodelijk zijn?". Zonder inperking en specificatie is de vraag onbeantwoordbaar. Met voldoende inzicht in het menselijk lichaam, waaronder genetische aanleg, zal het in de toekomst ongetwijfeld mogelijk worden om aan de hand van de samenstelling van een bepaald vaccin te bepalen wat de kans is dat inspuiting ervan op een bepaalde leeftijd bij de betreffende mens autisme gaat versterken, op gang brengen of oorzaken. Zover is het naar mijn mening nog niet. Er zijn veel aanwijzingen voor de relatie tussen stoffen met daarin aluminium en kwik - en evenzo lood - in chemisch gebonden vorm en degeneratieve, neurologische ziekten. Nu kan echter niemand zeggen hoeveel van een stof of combinaties van stoffen op welk moment bij een bepaalde mens wat veroorzaakt. In het artikel van Andrew Wakefield en zijn 12 mede-auteurs voor de Lancet in 1998 werd het verband aangetoond tussen autisme en darmklachten. Ik weet niet of er ook enige inzicht was in het mechanisme, dat wil zeggen: wat veroorzaakt wat. Het was Wakefield opgevallen dat de ouders van de 12 kinderen die hij en zijn mede-auteurs hadden behandeld allemaal zeiden dat de klachten begonnen waren na BMR vaccinatie. Wakefield en zijn mede-auteurs drongen daarom aan op onderzoek in deze richting, namelijk: kan BMR vaccinatie autisme en daarmee darmklachten veroorzaken? Onder wetenschappers is de handelwijze van Wakefield en de zijnen de gebruikelijke manier om aandacht en inzet te vragen van mede-wetenschappers. Het is begrijpelijk dat ouders die voor de keuze staan om hun kind het BMR vaccin te laten geven besluiten om de resultaten van het verdere onderzoek even af te wachten. "Better safe than sorry" is hier helemaal op zijn plaats. Bij gebrek aan inzicht in het mechanisme kan oorzaak en gevolg met een zekere betrouwbaarheid worden aangetoond via statistisch onderzoek. Er zijn maar liefst 10 publicaties waarin op basis van statistisch onderzoek is vastgesteld dat er geen verband is tussen BMR vaccinatie en autisme en nog eens 6 waarin vastgesteld is dat er evenmin een verband is tussen thimerosal en autisme. Deze 16 publicaties worden steevast aangehaald als beslissend antwoord op het aandringen naar verder onderzoek door Wakefield en de zijnen. De 16 publicaties zijn goed doorgelicht en de kritieken erop ook. Het resultaat is een 91 pagina's tellend document van een groep die zich "Safeminds" noemt, www.safeminds.org/wp-content/uploads/2013/11/vaccines-and-autism-epidemiology-rebuttal.pdf . Ik ben onder de indruk van de grondigheid en het wetenschappelijke gehalte van dit document. Voor de weinigen die het document willen en kunnen lezen zal het taaie kost zijn. Maar het lezen loont de moeite. De auteurs onderbouwen hun conclusies goed, en die luiden als volgt. "There are serious methodological limitations, design flaws, conflicts of interest or other problems related to each of these 16 studies. These flaws have been pointed out by government officials, other researchers, medical review panels and even the authors of the studies themselves. Taken together, the limitations of these studies make it impossible to conclude that thimerosal and MMR vaccines are NOT associated with autism." (Er zijn serieuze beperkingen in de methodiek, ontwerpfouten, verstrengeling van belangen of andere problemen met betrekking tot elk van de 16 studies. Deze fouten zijn opgemerkt door overheidsambtenaren, andere onderzoekers, panels van medische beoordelaars en zelfs de auteurs van de studies zelf. Al met al maken de beperkingen van de studies het onmogelijk om te concluderen dat thimerosal en BMR NIETS van doen hebben met autisme.) Ik geef nu een paar voorbeelden van problemen met de studies. (1) Kinderen met de diagnose autisme voordat ze gevaccineerd werden, worden bij de ongevaccineerden gerekend. Dit is alleen juist als de vaccinatie met zekerheid geen invloed zou hebben gehad op het ontstaan van autisme, en dat is nu precies de vraag die de studie wil beantwoorden. Je mag niet het antwoord dat je uit de studie verwacht te krijgen er van te voren in stoppen, want daarmee verteken je het antwoord. (2) Kinderen met autisme waarvan documentatie van hun vaccinatie ontbrak werden met een bepaalde verhouding ingedeeld bij de ongevaccineerden. Het is verleidelijk - en dat is gebeurd - om als verhouding de UITKOMST van de studie te gebruiken, maar DAT mag nu juist niet. (3) Als norm werd niet het aantal personen, maar het aantal persoon-jaren genomen. Twee kinderen die autistisch worden direct na vaccinatie - bv. met 5 jaar - tellen hierdoor net zo zwaar mee als één ongevaccineerd kind dat op het 10e jaar de diagnose autisme krijgt. Het zal duidelijk zijn dat deze "problemen" allemaal het resultaat en dus de conclusies van de betreffende publicaties hebben beïnvloed in de richting van "geen relatie" en soms zelfs liet doorschieten tot aan "BMR vaccinatie beschermt tegen autisme". Als je als wetenschapper geconfronteerd wordt met serieuze kritiek zoals de bovenstaande problemen, is het gebruikelijk om openlijk de juistheid van de kritiek ofwel toe te geven ofwel te weerleggen. Ik ben benieuwd of de auteurs dit ook hebben gedaan, of dat ze zich in stilte hebben gehuld. Dat laatste is een goede aanwijzing dat de wetenschappers voornamelijk het oogmerk hadden om een bruikbaar ei te leggen en niet de wetenschap te dienen. Daarmee is hun reputatie als wetenschapper voorgoed besmeurd, maar zijn ze heel interessant geworden voor de industrie.